De eerste tip heeft niets met het daadwerkelijk schrijven van je tekst te maken. Veel plagiaat ontstaat onbewust, doordat je je eigen aantekeningen niet goed op orde hebt. Aan het schrijven van een academische paper of scriptie gaat een hoop voorbereiding vooraf. Je verzamelt informatie van allerlei bronnen en als je dit ongestructureerd doet, loop je het risico dat je het overzicht kwijtraakt. En dan weet je niet meer of de informatie door jouzelf bedacht is of dat je het uit een andere tekst hebt overgenomen. Organiseer je aantekeningen en je voorkomt in ieder geval deze vorm van plagiaat.
Het is niet verboden om letterlijke citaten op te nemen in je paper of scriptie. Mits je natuurlijk wel op de juiste manier naar de bron verwijst. Dat kan door het citaat in te leiden of door de bronvermelding achteraan te plaatsen.
Het is belangrijk dat je andermans ideeën toewijst aan de juiste persoon. Ook al schrijf je het idee van een ander op in je eigen woorden, je mag niet de bron weglaten. Immers, het zijn niet je eigen ideeën of bevindingen. Overigens is het niet nodig om achter elke zin de bron te vermelden. Als je aan het begin van een alinea een bron vermeldt, is het duidelijk voor de lezer dat de rest van de informatie waarschijnlijk ook van die bron komt.
Wanneer je een wetenschappelijk artikel leest, gebruik je voor je eigen paper of scriptie alleen de relevante informatie. Je knipt als het ware stukjes uit de brontekst en plakt die in je eigen. Maar pas wel op met samenvatten. Het is prima om alleen de hoofdpunten uit een brontekst te vermelden, maar wel altijd met bronvermelding. En dan zonder eigen interpretaties of jouw mening erbij. Alleen dan citeer je op correcte wijze.