Wie is het publiek van je academische tekst?

Wanneer je een wetenschappelijk onderzoek uitvoert, ben je natuurlijk druk met de resultaten en het verwerken hiervan. De kans bestaat dan dat je jouw publiek uit het oog verliest. Terwijl juist de doelgroep erg belangrijk is voor de verslaglegging van je onderzoek. Denk daarom altijd na over de vraag: wie is het publiek van je academische tekst?

Waarom is het publiek belangrijk bij academisch schrijven?

Je denkt misschien: wat heb ik precies te maken met mijn lezers bij het schrijven van een wetenschappelijk stuk? Meer dan je denkt. De doelgroep van je paper bepaalt namelijk de richting waar je onderzoeksverslag naartoe gaat. Welke argumenten gebruik je wel en welke niet? Welke stijl hanteer en wat is de tone of voice die het beste bij de doelgroep past? Cruciale vragen die jouw academische schrijfstijl sturen.

Wat weet het publiek al van een onderwerp?

Natuurlijk is het verstandig om zoveel mogelijk jargon te vermijden, maar soms schrijf je een paper voor een publiek dat bovengemiddeld op de hoogte is van een onderwerp. In dat geval kan het juist afleiden als je voortdurend belangrijke termen vermijdt. Wanneer je weet hoeveel de potentiële lezers al weten van een onderwerp, kun je jouw taalgebruik daarop aanpassen.

Wie is je publiek

Waarom wil het publiek jouw paper lezen?

Jij hebt een interessant verhaal te vertellen en wilt natuurlijk dat je scriptie of paper gelezen wordt. Bedenk daarom waarom het publiek jouw paper zou willen lezen. Heb je een hiaat in de literatuur opgelost? Heb je een vergelijking gemaakt van eerdere studies en kwam je tot een opvallend resultaat? Of heb je een potentiële oorzaak van een probleem uitgesloten? Door na te denken over deze vragen, weet je welk stuk het belangrijkste is uit je scriptie.

Stel altijd drie vragen

Begin het schrijven van jouw wetenschappelijke tekst altijd met het stellen van drie vragen. Deze vragen helpen je om de juiste richting voor je paper of scriptie te vinden.

  1. Wie gaat jouw paper lezen?
  2. Wat weet de potentiële lezer al van het onderwerp?
  3. Waarom wil een potentiële lezer jouw paper of scriptie lezen?